Apparaten zoeken en oplossen die ontbreken in Device Update for IoT Hub met behulp van agentcontrole

Meer informatie over het gebruik van de functie agentcontrole om apparaten te vinden, diagnosticeren en herstellen die ontbreken in uw Apparaatupdate voor ioT Hub-exemplaar.

Vereisten

• Toegang tot een IoT Hub waarvoor Apparaatupdate voor IoT Hub is ingeschakeld.
• Een IoT-apparaat (of simulator) dat is ingericht voor Device Update en het rapporteren van een compatibele Plug en Play -model-id (PnP).

Notitie

De functie agentcontrole kan alleen validatiecontroles uitvoeren op apparaten waarop de Device Update-agent is geïnstalleerd en rapporteert een PnP-model-id die overeenkomt met de apparaten die compatibel zijn met Device Update for IoT Hub.

Azure-portal

Ondersteunde browsers:

• Microsoft Edge
• Google Chrome

Azure-CLI

Een Azure CLI-omgeving:

• Gebruik de Bash-omgeving in Azure Cloud Shell.

  

• Als u liever CLI-referentieopdrachten lokaal uitvoert, installeert u de Azure CLI

  1. Meld u aan bij de Azure CLI met behulp van de opdracht az login .
  2. Voer az version uit om de geïnstalleerde versie en afhankelijke bibliotheken te vinden. Voer az upgrade uit om te upgraden naar de nieuwste versie.
  3. Installeer bij het eerste gebruik de Azure CLI-extensie wanneer hierom wordt gevraagd. De opdrachten in dit artikel gebruiken de azure-iot-extensie . Voer deze opdracht uit az extension update --name azure-iot om ervoor te zorgen dat u de nieuwste versie van de extensie gebruikt.

Validatiecontroles die worden ondersteund door agentcontrole

De agentcontrolefunctie voert momenteel de volgende validatiecontroles uit op alle apparaten die voldoen aan de bovenstaande vereisten.

Validatiecontrole	Criteria
PnP-model-id	De PnP-model-id is een tekenreeks die door de Device Update-agent wordt gerapporteerd aan de apparaatdubbel die beschrijft welk PnP-model moet worden gebruikt voor apparaat-/cloudcommunicatie. Deze tekenreeks moet een geldige DTMI (Digital Twin Model Identifier) zijn die ondersteuning biedt voor de Device Update-interface.
Interface-id	De interface-id is een tekenreeks die door de Device Update-agent wordt gerapporteerd aan de apparaatdubbel die beschrijft welke versie van de Device Update-interface moet worden gebruikt voor apparaat-/cloudcommunicatie. Deze tekenreeks moet een geldige DTMI zijn die ondersteuning biedt voor de Device Update-interface.
Namen van compatibiliteitseigenschappen	CompatPropertyNames is een veld dat door de Device Update-agent wordt gerapporteerd aan de apparaatdubbel die beschrijft welke deviceProperties velden moeten worden gebruikt om de compatibiliteit van het apparaat met een bepaalde implementatie te bepalen. De waarde van dit veld moet een tekenreeks met door komma's gescheiden namen zijn. De tekenreeks moet ten minste één en maximaal vijf namen bevatten. Elke naam moet 32 tekens bevatten <.
Compatibiliteitseigenschapswaarden	Compatibiliteitseigenschapswaarden zijn de veld-:waardeparen die door het compatPropertyNames veld zijn opgegeven en door de Device Update-agent worden gerapporteerd aan de apparaatdubbel als deviceProperties. Elke naam die is gedefinieerd in namen van compatibiliteitseigenschappen, moet een overeenkomend veld:waardepaar hebben gerapporteerd. De waarde voor elk paar is beperkt tot 64 tekens.
ADU-groep	De ADU-groepstag is een optionele tag die is gedefinieerd in de apparaatdubbel van het apparaat en bepaalt tot welke apparaatgroep het apparaat behoort. Indien opgegeven, is de tagtekenreeks beperkt tot 255 tekens en mag deze alleen alfanumerieke tekens en de volgende speciale tekens bevatten: '.' "-" "_" "~"

Als een apparaat een van deze criteria mislukt, wordt het mogelijk niet correct weergegeven in Device Update. Als u de ongeldige waarde corrigeert om te voldoen aan de opgegeven criteria, moet het apparaat correct worden weergegeven in Device Update. Als het apparaat niet wordt weergegeven in Device Update of in de agentcontrole, moet u mogelijk apparaatsynchronisatie uitvoeren om het probleem op te lossen.

Controleresultaten van agent weergeven

Azure-portal

De resultaten van de agentcontrole vindt u op het tabblad Diagnostische gegevens van Device Update.

1. Navigeer in Azure Portal naar uw IoT-hub.
2. Selecteer Updates in het navigatiemenu en selecteer vervolgens het tabblad Diagnostische gegevens .
3. Vouw de sectie Ontbrekende apparaten zoeken uit.

Azure-CLI

Gebruik az iot du device health list om de status van uw apparaten weer te geven.

De device health list opdracht heeft de volgende argumenten:

• --account: De naam van het Device Update-account.
• --instance: De naam van het device update-exemplaar.
• --filter: Een apparaatstatusfilter, filteren op apparaatstatus of apparaat-id. Bijvoorbeeld:
  • Als u alle apparaten in orde wilt weergeven, filtert u op state eq 'Healthy'
  • Als u alle beschadigde apparaten wilt weergeven, filtert u op state eq 'Unhealthy'
  • Als u de status van een doelapparaat wilt weergeven, filtert deviceId eq '<device_name>' u op of deviceId eq '<device_name>' and moduleId eq '<module_name>'

az iot du device health list --account <Device Update account name> --instance <Device Update instance name> --filter "<filter query>"

Een apparaatsynchronisatiebewerking starten

Apparaatsynchronisatie moet worden geactiveerd als een apparaat is geregistreerd in IoT Hub, maar niet wordt weergegeven in Device Update of in agentcontroleresultaten.

Er kan slechts één apparaatsynchronisatiebewerking tegelijk actief zijn voor elk exemplaar van Device Update.

Azure-portal

1. Navigeer in Azure Portal naar uw IoT-hub.
2. Selecteer Updates in het navigatiemenu en selecteer vervolgens het tabblad Diagnostische gegevens .
3. Vouw de sectie Apparaatstatus weergeven uit.
4. Selecteer Een apparaatsynchronisatie starten.

Azure-CLI

Gebruik az iot du device import om apparaten en modules te importeren in het Device Update-exemplaar vanuit een gekoppelde IoT-hub.

az iot du device import --account <Device Update account name> --instance <Device Update instance name>

Volgende stappen

Zie Het overzicht van diagnostische functies voor apparaatupdates voor meer informatie over de diagnostische mogelijkheden van Device Update