Servicebeheerbeheer
De Service Control Manager (SCM) wordt gestart bij het opstarten van het systeem. Het is een RPC-server (Remote Procedure Call), zodat serviceconfiguratie- en servicebeheerprogramma's services op externe computers kunnen bewerken.
De servicefuncties bieden een interface voor de volgende taken die door de SCM worden uitgevoerd:
- De database van geïnstalleerde services onderhouden.
- Services en stuurprogrammaservices starten bij het opstarten van het systeem of op aanvraag.
- Geïnstalleerde services en stuurprogrammaservices inventariseren.
- Statusinformatie onderhouden voor actieve services en stuurprogrammaservices.
- Het verzenden van controleaanvragen naar actieve services.
- De servicedatabase vergrendelen en ontgrendelen.
In de volgende secties wordt de SCM uitgebreider beschreven: