WS-Management Protocol
Het WS-Management protocol is ontwikkeld door een groep hardware- en softwarefabrikanten als een openbare standaard voor het op afstand uitwisselen van beheergegevens met elk computerapparaat dat het protocol implementeert.
Normen
Zie Web Services for Management (WS-Management) Specificationvoor meer informatie over WS-Management protocol.
Het doel van het protocol is om consistentie en interoperabiliteit te bieden voor beheerbewerkingen op veel soorten apparaten (inclusief firmware) en besturingssystemen. WS-Management protocol kan worden uitgebreid naarmate nieuwe bewerkingen worden geïdentificeerd door de IT-industrie.
De huidige implementatie van het WS-Management-protocol is gebaseerd op de volgende standaardspecificaties: HTTPS, SOAP via HTTP (WS-I profiel), SOAP 1.2, WS-Addressing, WS-Transfer, WS-Opsomming en WS-Eventing. Zie https://dmtf.org/standards/wsman voor meer informatie over de WS-Management standaarden en XML-schema's
Berichten
Het protocol WS-Management biedt een standaard voor het maken van XML--berichten met behulp van verschillende webservicestandaarden zoals WS-Adressering en WS-Transfer. Deze standaarden definiëren XML-schema's voor webserviceberichten. De berichten verwijzen naar een resource met behulp van een resource-URI. Het WS-Management-protocol voegt een set definities toe voor beheerbewerkingen en -waarden. WS-Transfer definieert bijvoorbeeld de bewerkingen Get, Put, Create en Delete voor een resource. WS-Management protocol voegt Naam wijzigen, Gedeeltelijke ophalen en Gedeeltelijke put toe.
De berichten volgen de conventies van SOAP- (Simple Object Access Protocol) die door alle webserviceprotocollen wordt gebruikt.
In het volgende codevoorbeeld ziet u een bericht met een Get-bewerking. Dit voorbeeld wordt weergegeven als hulpmiddel om te begrijpen hoe de onderliggende berichten eruitzien. U hoeft niet te weten hoe u SOAP-berichten kunt produceren. De berichten worden samengesteld door Windows Remote Management wanneer u een opdracht uitvoert met behulp van het opdrachtregelprogramma Winrm of een script uitvoert dat is geschreven met de WinRM Scripting-API.
Het bericht is een aanvraag om het exemplaar van Win32_LogicalDisk op te halen met een DeviceID eigenschap 'c:' van een server met de naam RemoteComputer. De aanvraag maakt gebruik van het HTTP-transport via poort 80. Het account dat de aanvraag verzendt, moet zich in de lokale beheerdersgroep op de externe computer bevinden.
De tekens vóór de dubbele punt aan het begin van elke tag geven aan welke standaard het XML-element definieert.
<wsa:To> geeft bijvoorbeeld aan dat het element Aan is gedefinieerd door de WS-Addressing-standaard en <s:Header> het begin van de koptekstinhoud in een SOAP-bericht aangeeft. Houd er rekening mee dat het merendeel van het bericht bestaat uit XML-elementen die zijn gedefinieerd door SOAP of WS-Adressering. WS-Management protocol voegt MaxEnvelopeSize, Selector en SelectorSet toe.
<s:Envelope xmlns:s="https://www.w3.org/2003/05/soap-envelope"
xmlns:a="https://schemas.xmlsoap.org/ws/2004/08/addressing"
xmlns:w="https://schemas.dmtf.org/wbem/wsman/1/wsman.xsd">
<s:Header>
<a:To>https://RemoteComputer:80/wsman</a:To>
<w:ResourceURI s:mustUnderstand="true">
http://schemas.microsoft.com/wbem/wsman/1/wmi/root/cimv2/Win32_logicaldisk
</w:ResourceURI>
<a:ReplyTo>
<a:Address s:mustUnderstand="true">
https://schemas.xmlsoap.org/ws/2004/08/addressing/role/anonymous
</a:Address>
</a:ReplyTo>
<a:Action s:mustUnderstand="true">
https://schemas.xmlsoap.org/ws/2004/09/transfer/Get
</a:Action>
<w:MaxEnvelopeSize s:mustUnderstand="true">153600</w:MaxEnvelopeSize>
<a:MessageID>uuid:4ED2993C-4339-4E99-81FC-C2FD3812781A</a:MessageID>
<w:Locale xml:lang="en-US" s:mustUnderstand="false"/>
<w:SelectorSet>
<w:Selector Name="DeviceId">c:</w:Selector>
</w:SelectorSet>
<w:OperationTimeout>PT60.000S</w:OperationTimeout>
</s:Header>
<s:Body/>
</s:Envelope>
Verwante onderwerpen