Delen via


PerfTips

Visual Studio-foutopsporingsprogramma PerfTips en de geïntegreerde hulpprogramma's voor foutopsporingsprogramma's diagnostische hulpprogramma's u helpen bij het bewaken en analyseren van de prestaties van uw app terwijl u foutopsporing uitvoert.

Hoewel de met het foutopsporingsprogramma geïntegreerde diagnostische hulpprogramma's een uitstekende manier zijn om op de hoogte te worden van prestatieproblemen tijdens het ontwikkelen, kan het foutopsporingsprogramma een aanzienlijke invloed hebben op de prestaties van uw app. Als u nauwkeurigere prestatiegegevens wilt verzamelen, kunt u overwegen de hulpprogramma's in de Performance Profiler te gebruiken als een extra deel van uw prestatieonderzoeken. Zie Voer profileringshulpprogramma's uit op release- of debugbuilds.

PerfTips

Wanneer het foutopsporingsprogramma de uitvoering stopt op een onderbrekingspunt of stapbewerking, wordt de verstreken tijd tussen het einde en het vorige onderbrekingspunt weergegeven als een tip in het editorvenster. Zie PerfTips: Prestatiegegevens in één oogopslag tijdens foutopsporing met Visual Studiovoor meer informatie.

PerfTip

Venster voor Diagnostische Hulpprogramma's

Onderbrekingspunten en bijbehorende timinggegevens worden vastgelegd in het Diagnostische hulpprogramma venster.

De volgende afbeelding toont het venster Diagnostische hulpprogramma's.

Schermopname van het venster Diagnostische hulpprogramma's in het foutopsporingsprogramma van Visual Studio, met de tijdlijn gebeurtenissen en grafieken voor geheugen- en CPU-gebruik.

  • De tijdlijn onderbrekingsgebeurtenissen markeert de onderbrekingspunten die zijn bereikt in de foutopsporingssessie. Klik op een gebeurtenis om deze te selecteren in het foutopsporingsprogramma lijst met details.

  • De grafiek CPU-gebruik toont de wijziging in cpu-gebruik voor alle processorkernen in de foutopsporingssessie.

  • De gebeurtenissen lijst van het foutopsporingsprogramma detailvenster bevat items voor elke onderbrekingsgebeurtenis.

  • In de kolom Duur van een onderbrekingsgebeurtenis wordt de verstreken tijd tussen de gebeurtenis en het vorige onderbrekingspunt weergegeven.

PerfTips in- of uitschakelen

PerfTips in- of uitschakelen:

  1. Open in het menu Foutopsporing de optie Opties.

  2. Controleer of verwijder Toon verstreken PerfTip tijdens het debuggen.

Het venster Diagnostische hulpprogramma's in- of uitschakelen

Het venster Diagnostische hulpprogramma's in- of uitschakelen:

  1. Kies in het menu voor Foutopsporing de optie Opties.

  2. Vink het selectievakje Diagnostische hulpprogramma's inschakelen aan of uit tijdens foutopsporing.