Identiteitsaanpassingen
In de vorige les hebt u de standaardfunctionaliteit ASP.NET Core Identity toegevoegd aan een ASP.NET Core-web-app. In deze les leert u meer over het aanpassen en uitbreiden van ASP.NET Core Identity.
Het identiteitsgegevensmodel uitbreiden
Identiteit vertegenwoordigt standaard een gebruiker met klasse IdentityUser
. In de vorige les, toen u het hulpprogramma voor het bouwen hebt uitgevoerd, hebt u een klasse gemaakt met de naam RazorPagesPizzaUser
die wordt overgenomen van IdentityUser
. In de volgende les wijzigt u de afgeleide klasse zodat eigenschappen worden opgenomen om de voor- en achternaam van de gebruiker op te slaan.
Voor het uitbreiden van het gegevensmodel zijn wijzigingen in de onderliggende database vereist. Gelukkig maakt Entity Framework Core deze taak eenvoudig met migraties.
De gebruikersinterface voor identiteit aanpassen
De standaardonderdelen van de identiteitsinterface worden verpakt in een .NET Standard Razor Class Library (RCL). Omdat een RCL wordt gebruikt, worden er weinig bestanden aan het project toegevoegd wanneer u de standaardgebruikersinterface gebruikt. Er is geen fysieke .cshtml-bestanden in het project nodig omdat de RCL de ui-onderdelen biedt.
Bij het aanpassen van de gebruikersinterface moet u eerst het aspnet-codegenerator
hulpprogramma opnieuw gebruiken om .cshtml-bestanden te maken die moeten worden gebruikt in plaats van de RCL. Met het hulpprogramma kunt u expliciet selecteren welke bestanden worden gemaakt. UI-onderdelen van de RCL worden gebruikt als de bijbehorende bestanden niet aanwezig zijn.
Samenvatting
In deze les hebt u geleerd over het uitbreiden en aanpassen van ASP.NET Core Identity. In de volgende les kunt u de gebruikersinterface voor identiteiten aanpassen.