Inleiding
Opgeslagen postgreSQL-procedures en -functies breiden de functionaliteit van uw Azure Database for PostgreSQL uit en kunnen query's efficiënter maken. In deze module leert u hoe u een opGESLAGEN SQL-procedure maakt en aanroept. U leert ook hoe u een functie maakt en gebruikt.
Als u deze module hebt voltooid, kunt u het volgende:
- Maak een opgeslagen procedure in Azure Database for PostgreSQL.
- Roep een opgeslagen procedure aan in Azure Database for PostgreSQL.
- Een functie maken en gebruiken in Azure Database for PostgreSQL.
Opgeslagen procedures en functies zijn vergelijkbaar omdat ze om een specifieke reden zijn geschreven en kunnen worden gebruikt waar u ze nodig hebt. Er zijn echter verschillen tussen deze, wat betekent dat er tijden zijn waarop u een of meer gebruikt:
- Functies retourneren altijd één waarde, een scalaire waarde of een tabel. Opgeslagen procedures retourneren mogelijk niets, één waarde of meerdere waarden.
- Functies kunnen geen DML-instructies (Data Manipulation Language) bevatten, zoals UPDATE en INSERT. Opgeslagen procedures kunnen elke DML-instructie bevatten.
- Functies kunnen geen transacties bevatten, terwijl opgeslagen procedures dat wel kunnen. Deze beperking betekent dat functies geen COMMIT- of ROLLBACK-instructies kunnen bevatten.
- Functies kunnen worden gebruikt binnen opgeslagen procedures. Een functie kan geen opgeslagen procedure aanroepen.
Opgeslagen procedures zijn een relatief nieuwe toevoeging aan PostgreSQL, terwijl functies enige tijd beschikbaar zijn.