Werken met Key Performance Indicators
Key Performance Indicators (KPI's) zijn uiterst geschikt om de voortgang naar een bepaald doel in de loop van de tijd bij te houden. U hebt drie soorten informatie nodig als u een KPI wilt gebruiken:
Een maateenheid die u wilt bijhouden, bijvoorbeeld de totale verkoop, het aantal ingehuurde medewerkers, het aantal verstrekte leningen of het aantal ingeschreven studenten.
Een doel voor de meting, zodat u de voortgang met dat doel kunt vergelijken.
Een tijdreeks, bijvoorbeeld dagelijks, maandelijks of jaarlijks.
U begint door de KPI-visual aan de ontwerpservice toe te voegen. In de volgende schermafbeelding ziet u het KPI-pictogram in het deelvenster Visualisaties.
Bij het configureren van de KPI-visual voert u de maateenheid in die u in de prompt Indicator bijhoudt. Voer vervolgens het doel in onder Doelstellingen en selecteer de tijdreeks in de vervolgkeuzelijst Trendas, zoals weergegeven in de volgende schermafbeelding.
Met deze actie wordt een KPI gegenereerd die lijkt op de volgende schermafbeelding.
KPI's werken het beste in een reeks, bijvoorbeeld waarin de doelstellingen voor een dag, een maand of een jaar in de sectie van een Power BI-rapport worden weergegeven.