Configuratie na installatie van Windows Server uitvoeren
Meer informatie over het uitvoeren van configuratie na installatie van Windows Server met behulp van verschillende methoden en hulpprogramma's.
Leerdoelen
Als u deze module hebt voltooid, kunt u het volgende:
- Leg de configuratie na de installatie uit en beschrijf de beschikbare hulpprogramma's voor configuratie na installatie.
- Gebruik Sconfig om Windows Server te configureren.
- Beschrijf Desired State Configuration (DSC) en leg uit hoe u deze kunt gebruiken om Windows Server te configureren.
- Gebruik het Windows-beheercentrum om de configuratie na de installatie uit te voeren.
- Implementeer antwoordbestanden om de configuratie te voltooien.
Vereisten
Als u de beste leerervaring van deze module wilt krijgen, moet u kennis en ervaring hebben van:
- Windows Server.
- Werken met opdrachtregelprogramma's.