Samenvatting
In Azure wordt een functie alleen uitgevoerd wanneer iets expliciet aangeeft dat deze moet worden uitgevoerd. In deze module hebben we de timer-, HTTP- en Blob Storage-triggers verkend.
Deze drie triggers zijn veelgebruikte triggers die u kunt gebruiken om uw functies te definiëren. Azure Functions biedt een breed scala aan triggers en bindingen die u kunt gebruiken om te reageren op het verbinden van uw functiecode met Azure-services en andere partnerservices. Hoewel elk triggertype specifieke vereisten heeft, zijn de implementatie- en gebruikspatronen vergelijkbaar.
Opschonen
De sandbox schoont uw resourced automatisch op wanneer u klaar bent met deze module.
Wanneer u in uw eigen abonnement werkt, is het een goed idee om aan het einde van een project te bepalen of u de gemaakte resources nog nodig hebt. Resources die u verlaat, kunnen u geld kosten. U kunt resources afzonderlijk verwijderen, maar u kunt ook de resourcegroep verwijderen als u de volledige resourceset wilt verwijderen.