Inleiding
De microservices van cloudeigen apps betekent dat gevoelige informatie kan worden gedistribueerd naar meerdere logboeken en telemetrielocaties. De gedistribueerde aard maakt het moeilijk om ervoor te zorgen dat gevoelige gegevens niet worden gelekt.
Tijdens het testen van de cloudeigen app van uw bedrijf, realiseert u zich dat gevoelige gebruikersgegevens worden weergegeven in sommige logboeken en telemetriegegevens. Uw manager heeft u gevraagd of er een eenvoudige manier is om deze informatie automatisch te redacteren.
In deze module leert u hoe u de gegevenstypen van een app classificeert. Met deze informatie gebruikt u de nalevingsfuncties van .NET om gevoelige gegevens uit logboeken en telemetrie te redacteren. U leert ook hoe u nalevingsrapporten maakt die u kunt gebruiken voor beveiligingscontroles.
Vereisten
- Conceptuele kennis van containers en Docker.
- Bekendheid met het ontwikkelen van toepassingen in C# en .NET.
- Toegang tot een GitHub-account.
- Mogelijkheid om ontwikkelcontainers uit te voeren in Visual Studio Code of GitHub Codespaces, ingesteld zoals beschreven in de volgende sectie.
Ontwikkelingscontainer
Deze module bevat configuratiebestanden waarmee een ontwikkelcontainer of dev-container wordt gedefinieerd. Het gebruik van een dev-container zorgt voor een gestandaardiseerde omgeving die vooraf is geconfigureerd met de vereiste hulpprogramma's.
De dev-container kan worden uitgevoerd in een van de twee omgevingen. Voordat u begint, volgt u de stappen in een van de volgende koppelingen om uw omgeving in te stellen, waaronder het installeren van Docker en de benodigde Visual Studio Code-extensies.
- Visual Studio Code en een ondersteunde Docker-omgeving op uw lokale computer.
- GitHub Codespaces (kosten kunnen van toepassing zijn).