Inleiding
U werkt als database-engineer die clouddatabases in Azure ondersteunt. Uw organisatie heeft Onlangs Azure Database for PostgreSQL geïmplementeerd en u moet weten hoe u systeemgegevens kunt weergeven in de Azure Database for PostgreSQL-databases.
Relationele databases kunnen grote hoeveelheden gegevens opslaan, maar ze moeten ook informatie bevatten over de structuur van die gegevens. Voor informatie over de structuur van tabellen en alle andere objecten, beveiliging en gelijktijdigheid van een operationeel databasebeheersysteem (DBMS) is onder vele andere instellingen en metrische gegevens vereist. Deze informatie wordt metagegevens genoemd en wordt opgeslagen in systeemcatalogussen in Azure Database for PostgreSQL. Naast het rechtstreeks openen van systeemcatalogussen, hebt u toegang tot systeemweergaven, die de gegevens uit systeemcatalogussen op begrijpelijker of nuttigere manieren presenteren.
Wanneer een invoeg- of verwijderbewerking wordt uitgevoerd in de database, wordt de oude rij niet fysiek verwijderd, maar gemarkeerd voor verwijdering. Als u deze rijen markeert, kan de database 'bloat' tot gevolg hebben dat oude rijen schijfruimte in beslag nemen. PostgreSQL bevat een serverproces voor het vrijmaken van verloren ruimte genaamd vacuüm.
In deze module kijken we hoe we ons beheer van PostgreSQL-databasesystemen kunnen optimaliseren door gebruik te maken van systeemweergaven en het vacuümproces.
Leerdoelen
Als u deze module hebt voltooid, kunt u het volgende:
- Systeemcatalogussen en systeemweergaven beschrijven in Azure Database for PostgreSQL.
- Onderzoek metagegevens in Azure Database for PostgreSQL.
- Leg het doel van het vacuümproces uit.
- Configureer vacuümserverparameters.
Vereisten
- Demonstreert inzicht in relationele databases.
- Demonstreert een begrip van basis-SQL.