Inleiding

Voltooid

Containers en virtuele machines zijn beide vormen van virtualisatie, maar er zijn enkele belangrijke verschillen tussen deze virtualisatie.

Laten we een scenario overwegen om context te bieden: u bent een Azure-beheerder die verantwoordelijk is voor het implementeren en beheren van toepassingen in een cloudomgeving. Uw organisatie is op zoek naar een oplossing die snelle opstarttijden, eenvoudig beheer en de mogelijkheid biedt om toepassingen in geïsoleerde containers uit te voeren. U wilt weten wat de voordelen zijn van het gebruik van Azure Container Instances en hoe deze zich verhoudt tot virtuele machines.

In deze module leert u wanneer u Azure Container Instances gebruikt in plaats van virtuele machines. U krijgt ook een overzicht van functies en use cases.

Het doel van deze module is om u te introduceren bij Azure Container Instances.

Leerdoelen

In deze module leert u het volgende:

  • Bepaal wanneer containers moeten worden gebruikt ten opzichte van virtuele machines.
  • De functies en gebruikscases van Azure Container Instances identificeren.
  • Azure-containergroepen implementeren.

Gemeten vaardigheden

De inhoud in de module helpt u bij het voorbereiden van examen AZ-104: Microsoft Azure Administrator.

Vereisten

  • Werkende kennis van containerisatieconcepten en terminologie.
  • Bekendheid met cloud-computing en ervaring met Azure Portal.