Delen via


Algemene traceringsopties instellen (SQL Server Profiler)

van toepassing op:SQL ServerAzure SQL Managed Instance

In dit onderwerp wordt beschreven hoe u opties instelt die van toepassing zijn op alle traceringen die zijn gemaakt met een specifiek exemplaar van SQL Server Profiler.

Algemene traceringsopties instellen

  1. Klik in het menu Extra op Opties.

  2. Klik in het dialoogvenster Algemene optiesop Lettertype kiezenom de weergaveopties te wijzigen en klik vervolgens op OK-.

  3. Selecteer desgewenst Tracering direct starten nadat u verbinding hebt gemaakt.

  4. Indien gewenst, selecteer Traceringsdefinitie bijwerken wanneer de versie van de provider verandert. Deze optie wordt aanbevolen en is standaard geselecteerd. Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt de traceringsdefinitie automatisch bijgewerkt naar de huidige versie van de server waarop tracering wordt uitgevoerd.

  5. Geef desgewenst op hoe de server rollover-bestanden moet beheren:

    • Selecteer Alle rollover-bestanden op volgorde laden zonder te vragen om rollover-bestanden automatisch te laden tijdens het opnieuw afspelen.

    • Selecteer Om bevestiging vragen voordat u rollover-bestanden laadt om rollover-bestanden bij het afspelen te beheren.

    • Selecteer Nooit volgende rollover-bestanden laden om slechts één bestand tegelijk te herhalen.

  6. U kunt eventueel opties voor opnieuw afspelen instellen:

    • Standaardaantal threads voor opnieuw afspelen bepaalt het aantal processorthreads dat moet worden gebruikt tijdens het opnieuw afspelen. Een hoger aantal threads zorgt ervoor dat opnieuw afspelen sneller wordt voltooid, maar zorgt ervoor dat de serverprestaties afnemen tijdens het opnieuw afspelen. De aanbevolen instelling is 4. De volgende tabel bevat de beschikbare opties:

      Waarde Beschrijving
      2 Minimumwaarde. Gebruik twee threads om opnieuw af te spelen.
      4 Standaardwaarde.
      255 Maximumwaarde. Het instellen van een maximumwaarde belemmert de prestaties voor andere processen.
    • standaardwachttijd voor statuscontrole (sec) stelt de maximale hoeveelheid tijd in die een thread voor opnieuw afspelen in seconden een ander proces kan blokkeren. In de volgende tabel worden de waarden uitgelegd.

      Waarde Beschrijving
      0 Minimumwaarde. Een instelling van 0 betekent dat SQL Server Profiler nooit een blokkerend proces stopt.
      3600 Standaardwaarde. Blokkerende processen toestaan die niet groter zijn dan 3600 seconden of één uur.
      86400 Maximumwaarde. Blokkerende processen toestaan die niet groter zijn dan 86400 seconden of één dag.
    • standaardtestinterval voor statuscontrole (sec) stelt de frequentie in om threads opnieuw af te spelen voor blokkerende processen. In de volgende tabel worden de waarden uitgelegd.

      Waarde Beschrijving
      1 Minimumwaarde. Een instelling van 1 betekent dat SQL Server Profiler één keer per seconde naar blokkerende processen zal peilen.
      60 Standaardwaarde. Controleer op blokkerende processen één keer per minuut.
      86400 Maximumwaarde. Poll voor blokkerende processen elke 86400 seconden, oftewel één dag.

Zie ook

Standaardinstellingen voor traceringsweergave (SQL Server Profiler) instellen
SQL Server Profiler