Delen via


SQL Server Configuration Manager: verbinding maken met een andere computer

van toepassing op:SQL Server-

In dit artikel wordt beschreven hoe u verbinding maakt met een andere computer in SQL Server. Volg de eerste procedure om de Windows Computer Management Microsoft Management Console (mmc) te openen, verbinding te maken met de computer en de boom Services en Toepassingen uit te vouwen. Volg de tweede procedure om een bestand te maken met een koppeling naar SQL Server Configuration Manager op een externe computer.

Notitie

Sommige acties kunnen niet worden uitgevoerd door Configuration Manager wanneer u extern verbinding maakt.

Als u services op een andere computer wilt starten, stoppen, onderbreken of hervatten, kunt u ook verbinding maken met de server met SQL Server Management Studio, met de rechtermuisknop op de server of SQL Server Agent klikken en vervolgens de gewenste actie selecteren.

Verbinding maken met een andere computer met Windows-computerbeheer

  1. Klik met de rechtermuisknop op de menuknop Start en selecteer Computerbeheer (lokaal).

  2. Selecteer de optie Verbinding maken met een andere computerin de menubalk Actie.

  3. Typ in het dialoogvenster Computer selecteren in het tekstvak Een andere computer de naam van de computer die u wilt beheren en selecteer OK.

    Computerbeheer geeft de services weer die op de externe computer worden uitgevoerd. Het knooppunt op het hoogste niveau verandert in Computerbeheer<remote computer>.

  4. Vouw in de consolestructuur Services en toepassingenuit en vouw vervolgens SQL Server Configuration Manager- uit om de services van de externe computer te beheren.

  1. Selecteer uitvoeren in het menu Start.

  2. Typ in het vak Openmmc -a (typ mmc /32 -a op een 64-bits computer) om de Microsoft Management Console te openen in de ontwerpmodus.

  3. In het Bestand menu, selecteert u Module toevoegen/verwijderen.

  4. In het venster Module toevoegen/verwijderen , selecteer Toevoegen.

  5. Selecteer in het venster Zelfstandige module toevoegenComputerbeheer en selecteer vervolgens Toevoegen.

  6. In het venster Computerbeheer selecteert u Een andere computer, typt u de naam van de externe computer die u wilt beheren, en selecteert u daarna Voltooien.

  7. Selecteer in het venster Standalone Snap-in toevoegen de optie Sluiten.

  8. Selecteer OKin het venster Module toevoegen/verwijderen.

  9. Breid Computerbeheer (<computernaam>) uiten Diensten en applicaties.

  10. Klik met de rechtermuisknop op SQL Server Configuration Manageren selecteer Nieuw Venster Vanaf Hier.

  11. Selecteer in het menu vensterconsolehoofdmapom terug te gaan naar het eerste venster en het venster te verwijderen.

  12. Selecteer in het menu BestandOpslaan alsen sla het bestand op in de gewenste map, met de juiste naam met de bestandsextensie .msc. Sluit de Microsoft Management Console.

  13. Dubbelklik op het bestand om SQL Server Configuration Manager op de doelcomputer te openen. Sla desgewenst een koppeling op naar het bestand op het bureaublad of in het menu Start.

Voorzichtigheid

Wanneer u SQL Server Configuration Manager op een externe computer gebruikt, is de computernaam niet duidelijk en is het mogelijk om per ongeluk de verkeerde computer te stoppen of te configureren. Schakel op het tabblad Service het selectievakje Hostnaam aan om de computernaam te bevestigen voordat u een dienst wijzigt.