Delen via


Een serveralias maken of verwijderen voor gebruik door een client

van toepassing op:SQL Server-

In dit artikel wordt beschreven hoe u een serveralias maakt of verwijdert in SQL Server met behulp van SQL Server Configuration Manager.

Een alias is een alternatieve naam die kan worden gebruikt om verbinding te maken. Met de alias worden de vereiste elementen van een verbindingsreeks ingekapseld en weergegeven met een naam die door de gebruiker is gekozen. Aliassen kunnen worden gebruikt voor elke clienttoepassing. Door serveraliassen te maken, kan uw clientcomputer verbinding maken met meerdere servers met behulp van verschillende netwerkprotocollen, zonder dat u het protocol en de verbindingsgegevens voor elke server hoeft op te geven. Bovendien kunt u ook altijd verschillende netwerkprotocollen inschakelen, zelfs als u ze slechts af en toe hoeft te gebruiken. Als u de server hebt geconfigureerd om te luisteren op een niet-standaardpoortnummer of benoemde pijp en u de SQL Server Browser-service hebt uitgeschakeld, maakt u een alias waarmee het nieuwe poortnummer of de benoemde pijp wordt opgegeven.

Notitie

Aliassen voor SQL Server zijn een configuratie aan de clientzijde. Elke clientcomputer die gebruikmaakt van de alias moet een identieke aliasconfiguratie hebben en SQL Server Configuration Manager is niet het enige hulpprogramma dat kan worden gebruikt voor het maken of beheren van aliassen.

SQL Server 2022 (16.x) en latere versies ondersteunen niet het aanmaken van aliassen met behulp van SQL Server Configuration Manager. Als u een alias wilt maken voor SQL Server 2022 (16.x) en nieuwere versies, gebruikt u het hulpprogramma SQL Server Client Network Utility.

SQL Server Configuration Manager gebruiken

Een alias maken

  1. Vouw in SQL Server Configuration ManagerSQL Server Native Client Configurationuit, klik met de rechtermuisknop op Aliassenen selecteer Nieuwe alias.

  2. Typ in het vak aliasnaam de naam van de alias. Clienttoepassingen gebruiken deze naam wanneer ze verbinding maken.

  3. Typ in het vak Server de naam of het IP-adres van een server. Voeg voor een benoemde instantie de naam van de instantie toe.

  4. Selecteer in het vak Protocol het protocol dat voor deze alias wordt gebruikt. Wanneer u een protocol selecteert, wordt de titel van het vak optionele eigenschappen gewijzigd in Poortnummer, Pijpnaam of Verbindingsreeks.

De verbindingsreeksen die worden beschreven in DE Help van SQL Server Configuration Manager kunnen handig zijn voor programmeurs die hun eigen verbindingsreeksen maken. Als u deze informatie wilt openen, drukt u in het dialoogvenster Nieuwe alias op F1 of selecteert u Help-.

Notitie

Als een geconfigureerde alias verbinding maakt met de verkeerde server of het verkeerde exemplaar, schakelt u het gekoppelde netwerkprotocol uit en schakelt u het opnieuw in. Hiermee wist u alle verbindingsgegevens in de cache en kan de client correct verbinding maken.

Een alias verwijderen

  1. Vouw in SQL Server Configuration Manager SQL Server Native Client Configurationuit en selecteer Aliassen.

  2. Klik in het detailvenster met de rechtermuisknop op de alias die u wilt verwijderen en selecteer vervolgens Verwijderen.