Entiteit ophalen
Hiermee wordt een berichtenentiteit opgehaald.
Aanvraag
U kunt de aanvraag Entiteit ophalen als volgt samenstellen.
Methode | Aanvraag-URI | HTTP-versie |
---|---|---|
GET | https://{serviceNamespace}.servicebus.windows.net[:{port}]/{path} | HTTP/1.1 |
Aanvraagheaders
In de volgende tabel worden vereiste en optionele aanvraagheaders beschreven.
Aanvraagkoptekst | Description |
---|---|
Autorisatie | Hiermee geeft u een SAS-token (Shared Access Signature) met 'Beheren'-rechten. Zie Service Bus-verificatie met Shared Access Signatures voor meer informatie. |
Aanvraagbody
Geen.
Antwoord
Het antwoord bevat een HTTP-statuscode en een set antwoordheaders.
Antwoordcodes
Code | Description |
---|---|
200 | OK. |
401 | Onbevoegd. De aanvraag is niet geautoriseerd. |
404 | Niet gevonden. |
Zie Status- en foutcodes voor meer informatie over statuscodes.
Antwoordheaders
Het antwoord voor deze bewerking bevat de volgende headers. Het antwoord kan ook aanvullende standaard-HTTP-headers bevatten. Alle standaardheaders voldoen aan de HTTP/1.1-protocolspecificatie.
Reactieheader | Beschrijving |
---|---|
Inhoudstype | Content-Type: application/atom+xml; type=entry |
Hoofdtekst van antwoord
Als dit lukt, wordt een geldige Atom-vermelding geretourneerd. Bijvoorbeeld:
<?xml version="1.0" encoding="utf-8" ?>
<entry xmlns='http://www.w3.org/2005/Atom'>
<id>https://{serviceNamespace}.servicebus.Windows.net/{path}</id>
<published>{createdTime}</published>
<updated>{lastUpdatedTime}</updated>
<link rel='self'>https://{serviceNamespace}.servicebus.Windows.net/{path} </link>
<content type='application/xml'>
{description}
</content>
</entry>
Zie Overzicht voor de inhoud van het element {description}.