Globale activa
Van toepassing op: Windows Azure Pack for Windows Server, System Center 2012 R2 Orchestrator
Globale activa zijn beschikbaar voor alle runbooks in een Automatisering-omgeving. U kunt ze maken en configureren met de Automation-werkruimte in de beheerportal of met de juiste cmdlets in Windows PowerShell. Vanuit een runbook kunt u waarden voor globale activa ophalen en instellen met activiteiten in de module RunbookConstructs. De Windows PowerShell-cmdlets zijn beschikbaar voor gebruik in runbooks in Automatisering van servicebeheer, maar de activiteiten worden aanbevolen aangezien ze efficiƫnter zijn omdat ze niet via de Automatisering-webservice hoeven te werken.
De volgende onderwerpen bieden meer informatie over de verschillende globale activa, hoe u ze maakt en gebruikt met zowel de beheerportal als Windows PowerShell en het gebruik ervan met activiteiten in een runbook.
-
Een Automation-referentie is ofwel een gebruikersnaam en wachtwoord die kunnen worden gebruikt met Windows PowerShell-opdrachten, ofwel een certificaat dat naar de server wordt geĆ¼pload.
-
Een Automation-verbinding bevat de informatie die vereist is om vanuit een runbook verbinding te maken met een service of toepassing.
-
Automation-variabelen zijn waarden die beschikbaar zijn voor alle runbooks.
-
Automation-planningen worden gebruikt om de automatische uitvoering van runbooks te plannen.