Een eenvoudig programma uitvoeren met Microsoft Dynamics 365-webservices
Gepubliceerd: januari 2017
Is van toepassing op: Dynamics 365 (online), Dynamics 365 (on-premises), Dynamics CRM 2016, Dynamics CRM Online
In dit onderwerp ziet u hoe u een programma compileert en uitvoert dat een accountrecord maakt, de record ophaalt, de record bijwerkt en u vervolgens vraagt of u wilt dat de record wordt verwijderd.
Vereisten
Download de Microsoft Dynamics CRM SDK.
U moet u kunnen aanmelden bij Microsoft Dynamics 365 of Microsoft Dynamics 365 (online).
Microsoft Visual Studio 2012 of 2013
Microsoft .NET Framework 4.5.2
Compileer en voer het 'Aan de slag'-voorbeeld uit
Zoek en open de map SDK\SampleCode\CS\QuickStart.
Open het bestand QuickStart.csproj in Visual Studio.
Druk op F5 om het programma te compileren en uit te voeren.
Voer de volgende gegevens in bij de vragen:
Vraag
Beschrijving
Enter a CRM server name and port [crm.dynamics.com]
Typ de naam van uw Microsoft Dynamics 365-server. De standaardserver is Microsoft Dynamics 365 (online) (crm.dynamics.com) in Noord-Amerika.
Voorbeeld: myservername
Voorbeeld: myprefix.myservername:5500
Voorbeeld: crm5.dynamics.com
Voeg niet de naam van de organisatie of Internet-protocol (HTTP of HTTPS) toe. U wordt daar later om gevraagd.
Is deze server geconfigureerd voor Secure Sockets Layer (SSL) (HTTPS) (j/n) [n]
Typ j als de URL die u gebruikt voor toegang tot Dynamics 365 begint met https://. Typ anders n.Microsoft Dynamics 365 (online)-gebruikers zien deze vraag niet.
Is deze organisatie ingericht in Microsoft Online Services (j/n) [n]
Typ j als dit een Microsoft Online Services ingerichte organisatie is. Typ anders n.
Alleen Microsoft Dynamics 365 (online)-gebruikers zien deze vraag.
Enter domain\username
Voor Microsoft Dynamics 365 typ u uw netwerkdomein en gebruikersnaam gescheiden door een backslash (\). voor Microsoft Dynamics 365 (online) voert u uw Microsoft-account in.
Op-Premises/IFD Voorbeeld: mydomain\tadams
Online voorbeeld: terryadams@somedomain.onmicrosoft.com
Als u op <Enter> voor de gebruikersnaam drukt, zoekt en gebruikt het programma opgeslagen referenties. Als er geen opgeslagen referenties zijn, mislukt het programma.
Enter password
Typ uw wachtwoord. De tekens worden als "*" in het venster weergegeven. Uw wachtwoord wordt veilig opgeslagen in Referentiebeheer van Microsoft voor later hergebruik.
Specify an organization number (1-n) [1]
Typ uit de lijst met organisaties waartoe u behoort, typt het bijbehorende nummer. De standaardinstelling is 1, waarmee de eerste organisatie in de lijst wordt aangegeven.
Do you want these entity records deleted? (y/n) [y]
Type j voor ja en n voor nee. Nadat het programma is uitgevoerd en is weergegeven hoe u een accountrecord maakt, ophaalt en bijwerkt, kunt u ervoor kiezen om de record te verwijderen die is gemaakt, of u kunt deze laten zodat u deze in de Webtoepassing of Microsoft Dynamics 365 voor Outlook kunt weergeven.
Press Enter to exit
Druk op enter om het programma af te sluiten.
Volgende stappen
Na het uitvoeren van het QuickStart-programma of de meeste andere op console gebaseerde SDK-voorbeelden, wordt de server-, organisatie- en gebruikersnaaminformatie u desgevraagd hebt ingevoerd, opgeslagen in een XML-configuratiebestand voor hergebruik de volgende keer dat u een voorbeeld uitvoert. Hiermee is het niet meer nodig gegevens opnieuw in te voeren als u aanvullende voorbeelden uitvoert. Na de eerste keer zijn de consolevragen als volgt.
Vraag |
Beschrijving |
|---|---|
Specify the saved server configuration number (1-x) [x]: |
Voer nul (0) in om een nieuwe serverconfiguratie te maken en de vragen zoals aangegeven in de tabel hierboven te volgen. Anders typt u het getal van een opgeslagen configuratie zoals aangegeven in de weergegeven lijst. |
Enter Password: |
Typ uw wachtwoord. De tekens worden als "*" in het venster weergegeven. Als uw wachtwoord de vorige keer dat u een voorbeeld uitvoerde is opgeslagen, wordt deze vraag niet weergegeven. |
Do you want these entity records deleted? (y/n) [y] |
Type j voor ja en n voor nee. Nadat het programma is uitgevoerd en is weergegeven hoe u een accountrecord maakt, ophaalt en bijwerkt, kunt u ervoor kiezen om de record te verwijderen die is gemaakt, of u kunt deze laten zodat u deze in de Webtoepassing of Microsoft Dynamics 365 voor Outlook kunt weergeven. |
Press Enter to exit |
Druk op enter om het programma af te sluiten. |
Als u de functionaliteit van dit QuickStart-programma wilt toevoegen of wijzigen, kunt u de code in het CRUDOperations.cs-bestand wijzigen.
Voor meer informatie over de helpercodebestanden die de QuickStart en veel andere SDK-voorbeelden gebruiken, of voor informatie over het instellen van een nieuwe project met de vereiste assemblyverwijzingen, raadpleegt u Het voorbeeld en de helpercode gebruiken. Voor meer informatie over de broncode die het opslaan en hergebruiken van de serverconfiguratie-informatie afhandelt, raadpleegt u Helpercode: klasse ServerConnection.
Een tweede voorbeeldproject, genaamd QuickStart with Simplified Connection, is beschikbaar in de Microsoft Visual Studio-oplossing. Dit tweede voorbeeld laat een eenvoudige manier zien om verbinding te maken met de Microsoft Dynamics 365-organisatiewebservice maar is anders vergelijkbaar met het eerste QuickStart-voorbeeld. In dit voorbeeld wordt geen helpercode gebruikt om een webserviceverbinding in te stellen.
Zie ook
Zelfstudies em bronnen voor informatie over ontwikkeling voor Microsoft Dynamics 365
Voorbeeld: Aan de slag voor Microsoft Dynamics 365
Voorbeeld: Snel aan de slag met een vereenvoudigde verbinding met Microsoft Dynamics 365
Microsoft Dynamics 365 uitbreiden op de server
Voorbeeldcodemap voor Microsoft Dynamics 365
Bouw in 60 minuten een .NET-bedrijfstoepassing met xRM en SharePoint
Microsoft Dynamics 365
© 2017 Microsoft. Alle rechten voorbehouden. Auteursrecht