New-AzDatabricksVNetPeering
Hiermee maakt u vNet-peering voor werkruimte.
Syntaxis
New-AzDatabricksVNetPeering
-Name <String>
-ResourceGroupName <String>
-WorkspaceName <String>
[-SubscriptionId <String>]
[-AllowForwardedTraffic]
[-AllowGatewayTransit]
[-AllowVirtualNetworkAccess]
[-DatabricksAddressSpacePrefix <String[]>]
[-DatabricksVirtualNetworkId <String>]
[-RemoteAddressSpacePrefix <String[]>]
[-RemoteVirtualNetworkId <String>]
[-UseRemoteGateway]
[-DefaultProfile <PSObject>]
[-AsJob]
[-NoWait]
[-WhatIf]
[-Confirm]
[<CommonParameters>]
Description
Hiermee maakt u vNet-peering voor werkruimte.
Voorbeelden
Voorbeeld 1: Een vnet-peering maken voor Databricks.
New-AzDatabricksVNetPeering -Name vnet-peering-t1 -WorkspaceName azps-databricks-workspace-t1 -ResourceGroupName azps_test_gp_db -RemoteVirtualNetworkId '/subscriptions/{subId}/resourceGroups/azps_test_gp_db/providers/Microsoft.Network/virtualNetworks/azps-VNnet-t1'
Name ResourceGroupName
---- -----------------
vnet-peering-t1 azps_test_gp_db
Met deze opdracht maakt u een vnet-peering voor Databricks.
Parameters
-AllowForwardedTraffic
Of het doorgestuurde verkeer van de VIRTUELE machines in het lokale virtuele netwerk wordt toegestaan/niet toegestaan in een extern virtueel netwerk.
Type: | SwitchParameter |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-AllowGatewayTransit
Als gatewaykoppelingen kunnen worden gebruikt in externe virtuele netwerken om verbinding te maken met dit virtuele netwerk.
Type: | SwitchParameter |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-AllowVirtualNetworkAccess
Of de VM's in de lokale virtuele netwerkruimte toegang hebben tot de VM's in externe virtuele netwerkruimte.
Type: | SwitchParameter |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-AsJob
De opdracht uitvoeren als een taak
Type: | SwitchParameter |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-Confirm
U wordt gevraagd om bevestiging voordat u de cmdlet uitvoert.
Type: | SwitchParameter |
Aliassen: | cf |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-DatabricksAddressSpacePrefix
Een lijst met adresblokken die zijn gereserveerd voor dit virtuele netwerk in CIDR-notatie.
Type: | String[] |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-DatabricksVirtualNetworkId
De id van het virtuele databricks-netwerk.
Type: | String |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-DefaultProfile
De parameter DefaultProfile is niet functioneel. Gebruik de parameter SubscriptionId indien beschikbaar als u de cmdlet uitvoert voor een ander abonnement.
Type: | PSObject |
Aliassen: | AzureRMContext, AzureCredential |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-Name
De naam van de vNet-peering van de werkruimte.
Type: | String |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | True |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-NoWait
De opdracht asynchroon uitvoeren
Type: | SwitchParameter |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-RemoteAddressSpacePrefix
Een lijst met adresblokken die zijn gereserveerd voor dit virtuele netwerk in CIDR-notatie.
Type: | String[] |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-RemoteVirtualNetworkId
De id van het externe virtuele netwerk.
Type: | String |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-ResourceGroupName
De naam van de resourcegroep. De naam is niet hoofdlettergevoelig.
Type: | String |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | True |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-SubscriptionId
De id van het doelabonnement. De waarde moet een UUID zijn.
Type: | String |
Position: | Named |
Default value: | (Get-AzContext).Subscription.Id |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-UseRemoteGateway
Als externe gateways in dit virtuele netwerk kunnen worden gebruikt. Als de vlag is ingesteld op true en allowGatewayTransit op externe peering ook waar is, gebruikt het virtuele netwerk gateways van extern virtueel netwerk voor overdracht. Met slechts één peering kan deze vlag zijn ingesteld op waar. Deze vlag kan niet worden ingesteld als het virtuele netwerk al een gateway heeft.
Type: | SwitchParameter |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-WhatIf
Toont wat er zou gebeuren als de cmdlet wordt uitgevoerd. De cmdlet wordt niet uitgevoerd.
Type: | SwitchParameter |
Aliassen: | wi |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | False |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
-WorkspaceName
De naam van de werkruimte.
Type: | String |
Position: | Named |
Default value: | None |
Vereist: | True |
Pijplijninvoer accepteren: | False |
Jokertekens accepteren: | False |
Uitvoerwaarden
Azure PowerShell