De oplossingscontext instellen voor aanpassingen
Belangrijk
Deze inhoud is gearchiveerd en wordt niet bijgewerkt. Ga voor de meest recente documentatie naar de Microsoft Power Apps-documentatie. Ga voor de meest recente releaseplannen naar de pagina Releaseplannen voor Dynamics 365, Power Platform en Cloud for Industry.
Geactiveerd voor | Openbare preview | Vroege toegang | Algemene beschikbaarheid |
---|---|---|---|
Beheerders, makers, marketeers of analisten, automatisch | 2 okt. 2023 | - | - |
Zakelijke waarde
Tegenwoordig worden met updates voor objecten, inclusief apps en tabellen, de aanpassingen automatisch toegevoegd aan de standaardoplossing in Microsoft Dataverse. Dit wordt de Common Data Services-standaardoplossing genoemd. Bovendien gebruikt Dataverse de standaarduitgever met oplossingen: CDS-standaarduitgever.
Makers kunnen veranderen waar make.powerapps.com hun aanpassingen automatisch opslaat, door een andere onbeheerde oplossing te selecteren als de actieve oplossingscontext. Dit betekent ook dat aanpassingen gebruikmaken van het voorvoegsel van de uitgever van de oplossing bij het maken van een schema en de unieke namen voor het oplossingsobject. Makers kunnen profiteren van de alle voorzieningen van make.powerapps.com en aanpassingen opnemen in de juiste oplossing die klaar is voor een geslaagd Application Lifecycle Management (ALM).
Functiedetails
Een correcte ALM is afhankelijk van uitgevers en oplossingen. Aanpassingen worden aan oplossingen toegevoegd, zodat ze van ontwikkeling naar testen en naar productie kunnen worden verzonden. Elke aanpassing krijgt een unieke naam, als deze wordt gemaakt, gedistribueerd of bijgewerkt. Unieke namen voor objecten en aanpassingen beginnen met een uitgeversvoorvoegsel om te definiƫren welke organisatie deze aanpassingen heeft gemaakt en om de kans op conflicterende wijzigingen bij het importeren te verkleinen. Tegenwoordig is er een manier om oplossingen te configureren en te bepalen welk uitgevervoorvoegsel wordt gebruikt bij de aanpassingen. Dit is echter een geavanceerd makerscenario, aangezien de maker de oude oplossingsverkenner moet gebruiken om de oplossingen te maken. Voor makers die zich nog niet bezighouden met het bouwen van aangepaste oplossingen, worden alle aangebrachte updates in de Common Data Services-standaardoplossing geplaatst die wordt meegeleverd met alle nieuwe Dataverse-databases. De uitgever voor deze standaardoplossing is willekeurig en voldoet mogelijk niet de behoefte van de maker als deze de aanpassingen in een oplossing wil verzenden.
Met de introductie van deze functie voor een actieve oplossingscontext kunnen makers de standaardoplossing specificeren die in de omgeving wordt gebruikt. Deze oplossing wordt dan gebruikt bij het bouwen of aanpassen van oplossingsonderdelen. Bij de release blijft de standaardoplossing die wordt gebruikt door make.powerapps.com hetzelfde, maar makers kunnen dit naar wens wijzigen via het instellingenpaneel of de pagina met de oplossingslijst. Binnenkort kunnen toekomstige beheerders regels definiƫren over welke oplossingsnamen moeten worden gebruikt en welke uitgever voor de gehele tenant moet worden toegepast wanneer nieuwe databases worden gemaakt.