Cryptografieacties
Artikel 07/09/2024
8 inzenders
Feedback
In dit artikel
cryptografieacties kunt u platte tekst en tekst coderen en decoderen uit bestanden die een sleutel en een coderingsindeling bevatten.
De actie Tekst versleutelen met AES codeert een tekst met behulp van het AES-algoritme en een door de gebruiker opgegeven encryptiesleutel. U kunt de encryptiesleutel rechtstreeks of via een variabele verstrekken.
Om de tekst van een bestand direct te versleutelen gebruikt u de acite Versleutelen uit bestand met AES . Deze actie werkt op dezelfde manier als de actie Tekst versleutelen met AES , maar vereist een bronbestand in plaats van een tekstwaarde.
Als u een tekst wilt ontsleutelen, gebruikt u de actie Tekst ontsleutelen met AES en vult u de versleutelde tekst en de encryptiesleutel in die eerder is gebruikt om deze tekst te versleutelen. Als u een tekst wilt ontsleutelen en opslaan in een bestand, gebruikt u Ontsleutelen naar bestand met AES en geeft u een bestemmingspad op.
Afgezien van versleuteling en ontsleuteling kunt u met de groep Cryptografie -acties waarden hashen met en zonder sleutel. Net als coderingsacties kunt u waarden uit bestanden hashen met behulp van de acties Hash uit bestand en Hash uit bestand met sleutel .
Belangrijk
Wachtwoorden die u in de daarvoor bestemde velden invoert, werken alleen op de computer waarop u ze oorspronkelijk hebt ingesteld. Dit komt door de machinespecifieke versleuteling die wordt gebruikt voor het direct invoeren van wachtwoorden. Als de flow op een andere machine wordt geopend, zijn deze wachtwoorden niet geldig en moeten ze opnieuw worden ingevoerd.
Tekst versleutelen met AES
Hiermee wordt een tekenreeks met AES versleuteld met een sleutel en een opgegeven coderingsindeling.
Argument
Optioneel
Accepteert
Standaardwaarde
Omschrijving
Codering
N.v.t.
Systeemstandaard, ASCII, Unicode, Big-endian Unicode, UTF-8
Unicode
De codering van de te versleutelen tekst
Tekst die moet worden versleuteld
Nee
Tekstwaarde
De tekst die moet worden versleuteld
Encryptiesleutel
Nee
Directe versleutelde invoer of tekstwaarde
De encryptiesleutel die moet worden gebruikt
Opvulling
N.v.t.
Geen, PKCS7, Nullen, ANSIX923, ISO10126
PKCS7
De opvulling die moet worden gebruikt voor het geselecteerde versleutelingsalgoritme
Key size
N.v.t.
128-bits, 192-bits, 256-bits
256 bits
De grootte van de sleutel in bits die moet worden gebruikt voor de versleuteling
Use salt
N.v.t.
Booleaanse waarde
Onwaar
Geeft aan of salt moet worden gebruikt voor versleuteling. Als deze optie is ingeschakeld, wordt de willekeurig gegenereerde salt uitgevoerd in de vorm van een base64-tekenreeks.
Use initialization vector
N.v.t.
Booleaanse waarde
Onwaar
Geeft aan of een initialisatievector moet worden gebruikt. Als deze optie is ingeschakeld, wordt de willekeurig gegenereerde initialisatievector uitgevoerd in de vorm van een base64-tekenreeks
Variabelen gemaakt
Argument
Type
Omschrijving
EncryptedText
Tekstwaarde
De versleutelde tekst voor latere verwerking
Salt
Tekstwaarde
De willekeurig gegenereerde salt-waarde voor latere verwerking
InitializationVector
Tekstwaarde
De willekeurig gegenereerde initialisatievector-waarde voor latere verwerking
Uitzonderingen
Uitzondering
Beschrijving
Kan de tekst niet versleutelen
Geeft aan dat er een fout is opgetreden tijdens de versleuteling
Tekst ontsleutelen met AES
Hiermee wordt een tekenreeks met AES ontsleuteld op basis van een opgegeven sleutel en een coderingsindeling.
Argument
Optioneel
Accepteert
Standaardwaarde
Omschrijving
Codering
N.v.t.
Systeemstandaard, ASCII, Unicode, Big-endian Unicode, UTF-8
Unicode
De codering voor de ontsleutelde tekst
Text to decrypt
Nee
Tekstwaarde
De tekst die moet worden ontsleuteld in de vorm van een base64-tekenreeks
Decodeersleutel
Nee
Directe versleutelde invoer of tekstwaarde
De ontsleutelingssleutel die moet worden gebruikt
Opvulling
N.v.t.
Geen, PKCS7, Nullen, ANSIX923, ISO10126
PKCS7
De opvulling die moet worden gebruikt voor het geselecteerde ontsleutelingsalgoritme
Key size
N.v.t.
128-bits, 192-bits, 256-bits
256 bits
De grootte van de sleutel in bits die moet worden gebruikt voor de ontsleuteling
Use salt
N.v.t.
Booleaanse waarde
Onwaar
Geeft aan of salt moet worden gebruikt voor de ontsleuteling
Salt
Nee
Tekstwaarde
De salt die moet worden gebruikt voor ontsleuteling in de vorm van een base64-tekenreeks
Use initialization vector
N.v.t.
Booleaanse waarde
Onwaar
Geeft aan of een initialisatievector moet worden gebruikt
Initialization vector
Nee
Tekstwaarde
De initialisatievector die moet worden gebruikt voor ontsleuteling in de vorm van een base64-tekenreeks
Variabelen gemaakt
Argument
Type
Omschrijving
DecryptedText
Tekstwaarde
De ontsleutelde tekst voor latere verwerking
Uitzonderingen
Uitzondering
Beschrijving
Kan de tekst niet ontsleutelen
Geeft aan dat er een fout is opgetreden tijdens de ontsleuteling
Versleuteling van bestand met AES
Hiermee wordt de inhoud van een bestand versleuteld met AES, met een sleutel en een opgegeven coderingsindeling.
Argument
Optioneel
Accepteert
Standaardwaarde
Omschrijving
Codering
N.v.t.
Systeemstandaard, ASCII, Unicode, Big-endian Unicode, UTF-8
Unicode
De codering van het te versleutelen bestand
File to encrypt
Nee
Bestand
Het tekstbestand waarin de inhoud wordt opgeslagen die moet worden versleuteld
Encryptiesleutel
Nee
Directe versleutelde invoer of tekstwaarde
De encryptiesleutel die moet worden gebruikt
Opvulling
N.v.t.
Geen, PKCS7, Nullen, ANSIX923, ISO10126
PKCS7
De opvulling die moet worden gebruikt voor het geselecteerde versleutelingsalgoritme
Key size
N.v.t.
128-bits, 192-bits, 256-bits
256 bits
De grootte van de sleutel in bits die moet worden gebruikt voor de versleuteling
Use salt
N.v.t.
Booleaanse waarde
Onwaar
Geeft aan of salt moet worden gebruikt voor versleuteling. Als deze optie is ingeschakeld, wordt de willekeurig gegenereerde salt uitgevoerd in de vorm van een base64-tekenreeks.
Use initialization vector
N.v.t.
Booleaanse waarde
Onwaar
Geeft aan of een initialisatievector moet worden gebruikt. Als deze optie is ingeschakeld, wordt de willekeurig gegenereerde initialisatievector uitgevoerd in de vorm van een base64-tekenreeks
Variabelen gemaakt
Argument
Type
Omschrijving
EncryptedText
Tekstwaarde
De tekst van het ontsleutelde bestand voor latere verwerking
Salt
Tekstwaarde
De willekeurig gegenereerde salt-waarde voor latere verwerking
InitializationVector
Tekstwaarde
De willekeurig gegenereerde initialisatievector-waarde voor latere verwerking
Uitzonderingen
Uitzondering
Beschrijving
Bestand niet gevonden
Geeft aan dat het bestand niet bestaat
Kan de inhoud van het bestand niet versleutelen
Geeft aan dat er een fout is opgetreden tijdens het versleutelen van de inhoud van het bestand
Ontsleutelen naar bestand met AES
Hiermee wordt een tekenreeks met AES ontsleuteld naar een bestand op basis van een opgegeven sleutel en een coderingsindeling.
Argument
Optioneel
Accepteert
Standaardwaarde
Omschrijving
Codering
N.v.t.
Systeemstandaard, ASCII, Unicode, Big-endian Unicode, UTF-8
Unicode
De codering van de te ontsleutelen tekst
Text to decrypt
Nee
Tekstwaarde
De tekst die moet worden ontsleuteld in de vorm van een base64-tekenreeks
Decodeersleutel
Nee
Directe versleutelde invoer of tekstwaarde
De ontsleutelingssleutel die moet worden gebruikt
Ontsleutelen naar bestand
Nee
Bestand
Het bestand waarin de gedecodeerde tekst wordt opgeslagen
If file exists
N.v.t.
Overschrijven, Niet ontsleutelen naar bestand, Volgend achtervoegsel toevoegen
Volgend achtervoegsel toevoegen
Hiermee wordt opgegeven wat moet worden gedaan als het doelbestand al bestaat
Padding
N.v.t.
Geen, PKCS7, Nullen, ANSIX923, ISO10126
PKCS7
De opvulling die moet worden gebruikt voor het geselecteerde ontsleutelingsalgoritme
Key size
N.v.t.
128-bits, 192-bits, 256-bits
256 bits
De grootte van de sleutel in bits die moet worden gebruikt voor ontsleuteling
Use salt
N.v.t.
Booleaanse waarde
Onwaar
Geeft aan of salt moet worden gebruikt voor de ontsleuteling
Salt
Nee
Tekstwaarde
De salt die moet worden gebruikt voor ontsleuteling in de vorm van een base64-tekenreeks
Use initialization vector
N.v.t.
Booleaanse waarde
Onwaar
Geeft aan of een initialisatievector moet worden gebruikt. Voer de initialisatievector in de vorm van een base64-tekenreeks in
Initialization vector
Nee
Tekstwaarde
De initialisatievector die moet worden gebruikt voor ontsleuteling
Variabelen gemaakt
Argument
Type
Omschrijving
DecryptedFile
Bestand
Het ontsleutelde bestand voor latere verwerking
Uitzonderingen
Uitzondering
Beschrijving
Kan de inhoud niet ontsleutelen en opslaan in een bestand
Geeft aan dat er een fout is opgetreden tijdens het ontsleutelen of opslaan van de inhoud in het opgegeven bestand
Tekst hashen
Hiermee wordt een tekenreeks gehasht met een opgegeven algoritme en een coderingsindeling.
Argument
Optioneel
Accepteert
Standaardwaarde
Omschrijving
Hash algorithm
N.v.t.
SHA256, SHA384, SHA512
SHA256
Het algoritme om te gebruiken voor hashen
Codering
N.v.t.
Systeemstandaard, ASCII, Unicode, Big-endian Unicode, UTF-8
Unicode
De codering van de te hashen tekst
Tekst die moet worden gehasht
Nee
Tekstwaarde
De tekst die moet worden gehasht
Variabelen gemaakt
Argument
Type
Omschrijving
HashedText
Tekstwaarde
De gehashte tekst voor latere verwerking
Uitzonderingen
Uitzondering
Beschrijving
Kan de tekst niet hashen
Geeft aan dat er een fout is opgetreden tijdens het hashen
Hash van bestand
Hiermee wordt de inhoud van een bestand gehasht met een opgegeven algoritme en een coderingsindeling.
Argument
Optioneel
Accepteert
Standaardwaarde
Omschrijving
Hash algorithm
N.v.t.
SHA256, SHA384, SHA512
SHA256
Het algoritme om te gebruiken voor hashen
Codering
N.v.t.
Systeemstandaard, ASCII, Unicode, Big-endian Unicode, UTF-8
Unicode
De codering van het te hashen bestand
Te hashen bestanden
Nee
Bestand
Het bestand waarvan de inhoud moet worden gehasht
Variabelen gemaakt
Argument
Type
Omschrijving
HashedText
Tekstwaarde
De gehashte tekst voor latere verwerking
Uitzonderingen
Uitzondering
Beschrijving
Bestand niet gevonden
Geeft aan dat het bestand niet bestaat
Hashen van bestand is mislukt
Geeft aan dat er een fout is opgetreden tijdens hashing van de inhoud van het bestand
Hash-tekst met sleutel
Hiermee wordt een tekenreeks met een sleutel gehasht, met een opgegeven algoritme en een coderingsindeling.
Argument
Optioneel
Accepteert
Standaardwaarde
Omschrijving
Hash algorithm
N.v.t.
HMAC SHA256, HMAC SHA384, HMAC SHA512
HMAC SHA256
Het algoritme om te gebruiken voor hashen
Codering
N.v.t.
Systeemstandaard, ASCII, Unicode, Big-endian Unicode, UTF-8
Unicode
De codering van de te hashen tekst
Tekst die moet worden gehasht
Nee
Tekstwaarde
De tekst die moet worden gehasht
Hash-sleutel
Nee
Directe versleutelde invoer of tekstwaarde
De sleutel om de tekst te hashen
Variabelen gemaakt
Argument
Type
Omschrijving
HashedText
Tekstwaarde
De gehashte tekst voor latere verwerking
Uitzonderingen
Uitzondering
Beschrijving
Hashen van tekst met sleutel is mislukt
Geeft aan dat er een fout is opgetreden tijdens het hashen met sleutel
Hash van bestand met sleutel
Hiermee wordt de inhoud van een bestand gehasht met een sleutel, met een opgegeven algoritme en een coderingsindeling.
Argument
Optioneel
Accepteert
Standaardwaarde
Omschrijving
Hash algorithm
N.v.t.
HMAC SHA256, HMAC SHA384, HMAC SHA512
HMAC SHA256
Het algoritme om te gebruiken voor hashen
Codering
N.v.t.
Systeemstandaard, ASCII, Unicode, Big-endian Unicode, UTF-8
Unicode
De codering van het te hashen bestand
Te hashen bestanden
Nee
Bestand
Het bestand waarvan de inhoud moet worden gehasht
Hash-sleutel
Nee
Directe versleutelde invoer of tekstwaarde
De hash-sleutel om de tekst te hashen
Variabelen gemaakt
Argument
Type
Omschrijving
HashedText
Tekstwaarde
De gehashte tekst voor latere verwerking
Uitzonderingen
Uitzondering
Beschrijving
Bestand niet gevonden
Geeft aan dat het bestand niet bestaat
Hashen van bestand met sleutel is mislukt
Geeft aan dat er een fout is opgetreden tijdens hashen van de inhoud van het bestand met de opgegeven sleutel