Lesonderwerpen gebruiken
Copilot Studio bevat voorbeeldonderwerpen bij elke nieuwe agent. Deze voorbeelden variëren van eenvoudige tot complexe scenario's die gebruikmaken van voorwaardelijke vertakking, variabelen en aangepaste entiteiten.
De onderwerpen zijn functioneel, maar zijn niet ontworpen voor productiegebruik. Met deze voorbeelden leert u hoe u content voor uw agenten kunt maken.
Voorwaarden
- Een bestaande agent, of als u er een moet maken, zie Snelstart: Een agent maken en implementeren.
- Als u een bot gebruikt waarbij klassiek aan de naam is toegevoegd, kunt u uw bot upgraden om de nieuwste versies van de voorbeeldonderwerpen te bekijken. Alle bots die in de Teams-app worden gemaakt, zijn klassieke bots.
Voorbeeldonderwerpen gebruiken om te begrijpen hoe onderwerpen werken
Open uw agent, of maak er een, en ga naar de Overzicht pagina.
Bekijk de details van agent voor naam en beschrijving. De agent-zin haalt onderwerp-zinnen uit de beschrijving (indien aanwezig).
Selecteer Onderwerpen bovenaan de pagina om de conversatiestroom van agent te bekijken.
Selecteer een onderwerp in de lijst om het te openen. In dit geval werden triggerzinnen handmatig toegevoegd aan het knooppunt Trigger.
De stroom bevat de opmerkingen van agent, verwachte gebruikersreacties, beslissingspunten en entiteitsverwijzingen die in elke onderwerp worden gebruikt. Deze voorbeeldstroom is voor les 3.
Beschikbare voorbeeldonderwerpen
Elke voorbeeldles onderwerp is ontworpen om u te leren hoe u eenvoudige en geavanceerde agent-gesprekken kunt voeren. Het wordt aanbevolen te beginnen met Les 1 en elk onderwerp door te nemen.
Les 1 - Een eenvoudig onderwerp
Deze voorbeeldsjabloon is een onderwerp dat reageert op een vraag over winkeltijden.
Les 2 - Een eenvoudig onderwerp met een voorwaarde en een variabele
In dit voorbeeld ziet u hoe u een vraag maakt waarin klanten worden gevraagd in welke winkel ze geïnteresseerd zijn en hoe u het antwoord variabel houdt. De voorwaarde gebruikt de variabele om te bepalen welke openingstijden van de winkel moeten worden geretourneerd.
Les 3 - Een onderwerp met voorwaarde, variabelen en vooraf gebouwde entiteit
In dit voorbeeld wordt klanten gevraagd een verzendstatus in te voeren. De agent gebruikt de vooraf gebouwde Stateentiteit om de Amerikaanse staat te herkennen in de respons van de gebruiker en slaat deze op in de State variabele.
Een voorwaarde gebruikt de variabele Staat om te bepalen welk verzendbericht naar de gebruiker moet worden verzonden. Een andere voorwaarde gebruikt de respons van de klant op een meerkeuzevraag, opgeslagen in de variabele Item, om te bepalen welk product moet worden besteld.