Delen via


DeploymentStacksDebugSetting interface

De instelling voor foutopsporing.

Eigenschappen

detailLevel

Hiermee geeft u het type informatie op dat moet worden vastgelegd voor foutopsporing. De toegestane waarden zijn geen, requestContent, responseContent of zowel requestContent als responseContent, gescheiden door een komma. De standaardwaarde is geen. Houd bij het instellen van deze waarde zorgvuldig rekening met het type informatie dat wordt doorgegeven tijdens de implementatie. Door informatie over de aanvraag of het antwoord te registreren, kunnen gevoelige gegevens die worden opgehaald via de implementatiebewerkingen mogelijk worden weergegeven.

Eigenschapdetails

detailLevel

Hiermee geeft u het type informatie op dat moet worden vastgelegd voor foutopsporing. De toegestane waarden zijn geen, requestContent, responseContent of zowel requestContent als responseContent, gescheiden door een komma. De standaardwaarde is geen. Houd bij het instellen van deze waarde zorgvuldig rekening met het type informatie dat wordt doorgegeven tijdens de implementatie. Door informatie over de aanvraag of het antwoord te registreren, kunnen gevoelige gegevens die worden opgehaald via de implementatiebewerkingen mogelijk worden weergegeven.

detailLevel?: string

Waarde van eigenschap

string