Aangepaste land/regio-waarden maken en gebruiken
In Microsoft Sustainability Manager kunt u aangepaste land-/regio-items maken naast het gebruik van de standaardlanden/-regio´s van ISO 3166. Met deze mogelijkheid kunt u, zelfs als de land-/regio-instellingen in uw gegevens niet volledig overeenkomen met internationale normen, uw activiteitsgegevens nog steeds toewijzen aan een land/regio en berekeningen uitvoeren voor dat land/die regio.
Als voor uw gegevens ISO 3166 wordt gebruikt, hoeft u geen verdere actie te ondernemen om deze waarden te gebruiken tijdens het importeren en berekenen van gegevens.
Als uw gegevens aangepaste waarden voor landen/regio's gebruiken, moet u deze waarden toevoegen aan de tabel Landen/regio's voordat u gegevens met succes kunt importeren en activiteitsgegevens of uitstootrecords kunt koppelen aan het land/de regio.
Aangepaste waarden toevoegen aan de tabel Landen/regio's
In deze procedure voegt u aangepaste waarden toe aan de tabel Landen/regio's die deel uitmaakt van de verwijzingsgegevens in Sustainability Manager.
Selecteer onder Gegevens in de linkernavigatie Verwijzingsgegevens.
Selecteer op de pagina Verwijzingsgegevens op de regel Land/regio Weergeven. De pagina Actieve landen/regio's wordt weergegeven met een lijst van de huidige landen/regio's in het systeem.
Selecteer Nieuw. Deze afbeelding toont een omgeving die alleen de land-/regiolijst heeft op basis van de ISO 3166-standaard.
Vul in het formulier Nieuw land/nieuwe regio de velden in voor uw nieuwe land-/regioaanduiding en selecteer vervolgens Opslaan.
U kunt nu de land-/regiocodes gebruiken die u hebt opgegeven tijdens het importeren van gegevens of het uitvoeren van berekeningen.
Aangepaste landen/regio's gebruiken
Nadat u aangepaste landen/regio's hebt gemaakt, kunt u deze op dezelfde manier gebruiken als de standaardset.
Tijdens het importeren van gegevens zijn uw aangepaste landen/regio's beschikbaar als opzoekkenmerken in de tabel Landen/regio's in verwijzingsgegevens.
U kunt een activiteit koppelen aan het aangepaste land/de aangepaste regio.
Verwijs er in berekeningsmodellen naar op dezelfde manier als u naar elk ander activiteitskenmerk verwijst via PowerFx of met de gebruikersinterface in voorwaarden. U kunt het ook gebruiken als verwijzingsgegevens om de selectie van de gewenste uitstootbibliotheek te beïnvloeden als u bibliotheken hebt die op land/regio zijn afgestemd.
U kunt berekeningsprofielen filteren op basis van het land/de regio van de activiteit om berekeningsmodellen op te roepen die overeenkomen met het land/de regio van de activiteit.
Notitie
Voor rapporten en het uitstootregister wordt het kenmerk van het nieuwe land/de nieuwe regio op basis van activiteit gebruikt.
Het algoritme voor het bepalen van de land-/regiorelatie is: Als het land/de regio bij een activiteit is opgegeven, wordt dit gebruikt. Anders wordt de activiteit gekoppeld aan de faciliteit die aan de activiteit is gekoppeld. Anders wordt het land/de regio van de organisatie-eenheid gebruikt om de uitstoot in de rapportage af te stemmen.