Configuratieopties
FSLogix werkt op basis van specifieke registerinstellingen die definiƫren hoe het werkt. Deze registerinstellingen worden toegepast op een niveau per machine. De -configuratie-instellingen-overzicht op de-pagina bevat gedetailleerde informatie over elke registerinstelling en het verwachte gedrag.
Er zijn verschillende manieren om registerinstellingen toe te passen, afhankelijk van het scenario en de schaal van uw omgeving:
handmatige registervermeldingen: de handmatige methode impliceert dat registervermeldingen rechtstreeks via een van deze typen processen worden toegevoegd:
- Registratie-editor
- registratiebestanden
- consoleregisterprogramma voor Windows
- PowerShell
- gewenste statusconfiguratie
Notitie
Het gebruik van een handmatige methode is perfect voor individuele machines in een test- of ontwikkelomgeving. Met de juiste expertise kan deze methode echter worden geschaald en gewerkt binnen een geautomatiseerd indelingsframework (bijvoorbeeld Azure DevOps, Jenkins, Chef, Puppet)
lokaal groepsbeleid (ADMX): de lokale groepsbeleid editor kan worden gebruikt om FSLogix te configureren via de ADMX-bestanden wanneer deze lokaal op de virtuele machine zijn opgeslagen. In tegenstelling tot de handmatige methoden wordt deze methode niet geschaald en wordt deze alleen gebruikt als onderdeel van een test- of ontwikkelomgeving.
Groepsbeleidsobjecten (ADMX): Groepsbeleidsobjecten zijn een ideale methode voor grootschalige configuratie, met name wanneer er geen bestaande automatisering is.
Intune (Instellingencatalogus): Windows 10/11-besturingssystemen voor meerdere sessies kunnen worden getarget met een Intune-beleid. De FSLogix-instellingen vindt u in de instellingencatalogus.