Een nieuwe uitvoermapinstelling opgeven voor het opslaan van app-bestanden bij het bouwen van AL-projecten
Belangrijk
Deze inhoud is gearchiveerd en wordt niet bijgewerkt. Ga voor de meest recente documentatie naar Nieuwe of gewijzigde functies in Business Central. Ga voor de meest recente releaseplannen naar de pagina Releaseplannen voor Dynamics 365, Power Platform en Cloud for Industry.
| Geactiveerd voor | Openbare preview | Algemene beschikbaarheid |
|---|---|---|
| Beheerders, makers, marketeers of analisten, automatisch |  13 aug. 2023 |
2 okt. 2023 |
Zakelijke waarde
Wanneer u AL-projecten bouwt, wordt het uitgevoerde app-bestand standaard opgeslagen in de projectmap. Als u aan meerdere apps werkt die zich niet in dezelfde werkruimte bevinden en wel afhankelijk zijn van elkaar, kan het voordelig zijn om deze uit te voeren naar een gedeelde app-map.
Functiedetails
In de instellingen van al.compilerOptions kunt u nu de eigenschap outFolder gebruiken om op te geven welke uitvoermap moet worden gebruikt voor het genereren van een app-bestand bij het bouwen van een AL-project.
Dit maakt het eenvoudiger om gegenereerde apps op één locatie te beheren en opnieuw te gebruiken. Het AL-project in Visual Studio Code bevat nog steeds een knooppunt voor het uitvoerbestand, maar het bestand wordt in dat geval fysiek buiten de projectmap opgeslagen.
Hier volgt een voorbeeld van het opslaan van gebouwde app-bestanden in de map voor apps op de C-schijf van de gebruiker.
Geef ons uw mening
Help ons Dynamics 365 Business Central te verbeteren door ideeën te bespreken, suggesties te doen en feedback te geven. Gebruik het forum op https://aka.ms/bcideas.