Delen via


Verschillen tussen parameters en argumenten (Visual Basic)

In de meeste gevallen moet een procedure enige informatie bevatten over de omstandigheden waarin deze is aangeroepen. Een procedure die herhaalde of gedeelde taken uitvoert, maakt gebruik van verschillende gegevens voor elke aanroep. Deze informatie bestaat uit variabelen, constanten en expressies die u doorgeeft aan de procedure wanneer u deze aanroept.

Als u deze informatie aan de procedure wilt doorgeven, definieert de procedure een parameter en geeft de aanroepende code een argument door aan die parameter. U kunt de parameter beschouwen als een parkeerplaats en het argument als auto. Net zoals verschillende auto's op verschillende momenten in een parkeerplaats kunnen parkeren, kan de aanroepende code telkens een ander argument doorgeven aan dezelfde parameter wanneer deze de procedure aanroept.

Parameters

Een parameter vertegenwoordigt een waarde die volgens de procedure moet worden doorgegeven wanneer u deze aanroept. De declaratie van de procedure definieert de parameters.

Wanneer u een Function of Sub procedure definieert, geeft u een parameterlijst tussen haakjes op na de naam van de procedure. Voor elke parameter geeft u een naam, een gegevenstype en een doorgegeven mechanisme (ByVal of ByRef) op. U kunt ook aangeven dat een parameter optioneel is. Dit betekent dat de aanroepende code hiervoor geen waarde hoeft door te geven.

De naam van elke parameter fungeert als een lokale variabele in de procedure. U gebruikt de parameternaam op dezelfde manier als u een andere variabele gebruikt.

Argumenten

Een argument vertegenwoordigt de waarde die u doorgeeft aan een procedureparameter wanneer u de procedure aanroept. De aanroepende code levert de argumenten wanneer deze de procedure aanroept.

Wanneer u een Function of Sub meer procedures aanroept, neemt u direct na de procedurenaam een lijst met argumenten tussen haakjes op. Elk argument komt overeen met de parameter op dezelfde positie in de lijst.

In tegenstelling tot parameterdefinitie hebben argumenten geen namen. Elk argument is een expressie die nul of meer variabelen, constanten en letterlijke waarden kan bevatten. Het gegevenstype van de geƫvalueerde expressie moet doorgaans overeenkomen met het gegevenstype dat is gedefinieerd voor de bijbehorende parameter en moet in elk geval worden omgezet in het parametertype.

Zie ook