Delen via


Basisinstallatie voor Defender for Cloud Apps

De volgende procedure bevat instructies voor het aanpassen van uw Microsoft Defender for Cloud Apps omgeving.

Vereisten

Zie Portaltoegang voor toegangsvereisten voor de portal.

Uw Defender for Cloud Apps-omgeving instellen

  1. Selecteer instellingen in de Microsoft Defender Portal. Kies vervolgens Cloud-apps.

  2. Onder Systeem ->Organisatiedetails is het belangrijk dat u een weergavenaam van de organisatie voor uw organisatie opgeeft.

  3. Geef een omgevingsnaam (tenant) op. Deze informatie is met name belangrijk als u meer dan één tenant beheert.

  4. (Optioneel) Upload een logobestand dat moet worden weergegeven in e-mailmeldingen en webpagina's die vanuit het systeem worden verzonden. Het logo moet een .PNG-bestand zijn met een maximale grootte van 150 x 50 pixels, op een transparante achtergrond.

    Logo's worden opgeslagen in openbaar toegankelijke opslag. De bron-URL voor uw afbeelding wordt beveiligd en intern opgeslagen.

    Het verstrekken van deze afbeelding is vrijwillig. Het is aan u om te beslissen of u deze gegevens met ons wilt delen. U kunt er ook voor kiezen om deze afbeelding op elk gewenst moment te verwijderen, waarna deze uit onze opslag wordt verwijderd. Deze beslissing heeft geen invloed op de beveiliging van uw organisatie of uw gebruikers.

  5. Zorg ervoor dat u een lijst met uw beheerde domeinen toevoegt om interne gebruikers te identificeren. Het toevoegen van beheerde domeinen is een cruciale stap. Defender for Cloud Apps gebruikt de beheerde domeinen om te bepalen welke gebruikers intern en extern zijn en waar bestanden wel en niet moeten worden gedeeld. Deze informatie wordt gebruikt voor rapporten en waarschuwingen.

    • Gebruikers in domeinen die niet zijn geconfigureerd als intern, worden gemarkeerd als extern. Externe gebruikers worden niet gescand op activiteiten of bestanden.
  6. Als u integreert met Microsoft Purview Informatiebeveiliging, raadpleegt u Microsoft Purview Informatiebeveiliging-integratie voor meer informatie.

Opmerking

Als u ExpressRoute gebruikt, wordt Defender for Cloud Apps geïmplementeerd in Azure en volledig geïntegreerd met ExpressRoute. Alle interacties met de API's van Defender for Cloud Apps apps en verkeer dat wordt verzonden naar Defender for Cloud Apps-API's, inclusief het uploaden van detectielogboeken, worden gerouteerd via ExpressRoute voor betere latentie, prestaties en beveiliging.

Microsoft Defender Portal-gebruik is niet opgenomen in de ExpressRoute-integratie.

Zie ExpressRoute-circuits en routeringsdomeinen voor meer informatie over Microsoft Peering.

Volgende stappen

Als u problemen ondervindt, zijn wij er om u te helpen. Open een ondersteuningsticket om hulp of ondersteuning te krijgen voor uw productprobleem.