PublishToAzureServiceBus@1 - Publiceren naar Azure Service Bus v1-taak
Gebruik deze taak om een bericht naar Azure Service Bus te verzenden met behulp van een serviceverbinding (er is geen agent vereist).
Syntaxis
# Publish To Azure Service Bus v1
# Sends a message to Azure Service Bus using a service connection (no agent is required).
- task: PublishToAzureServiceBus@1
inputs:
azureSubscription: # string. Alias: connectedServiceName. Required. Azure Service Bus service connection.
#messageBody: # string. Message body.
#waitForCompletion: false # boolean. Wait for task completion. Default: false.
#useDataContractSerializer: true # boolean. Use .NET data contract serializer. Default: true.
# Advanced
#sessionId: # string. Session Id.
#signPayload: false # boolean. Sign the Message. Default: false.
#certificateString: # string. Required when signPayload = true. Certificate Variable.
#signatureKey: 'signature' # string. Optional. Use when signPayload = true. Signature Property Key. Default: signature.
# Publish To Azure Service Bus v1
# Sends a message to Azure Service Bus using a service connection (no agent is required).
- task: PublishToAzureServiceBus@1
inputs:
azureSubscription: # string. Alias: connectedServiceName. Required. Azure Service Bus service connection.
#messageBody: # string. Message body.
#waitForCompletion: false # boolean. Wait for task completion. Default: false.
# Advanced
#sessionId: # string. Session Id.
#signPayload: false # boolean. Sign the Message. Default: false.
#certificateString: # string. Required when signPayload = true. Certificate Variable.
#signatureKey: 'signature' # string. Optional. Use when signPayload = true. Signature Property Key. Default: signature.
Invoer
azureSubscription
-
Azure Service Bus-serviceverbinding
Invoeralias: connectedServiceName
.
string
. Verplicht.
Hiermee geeft u een Azure Service Bus-serviceverbinding.
messageBody
-
berichttekst
string
.
Hiermee geeft u de JSON-messageBody
.
sessionId
-
sessie-id
string
.
Hiermee geeft u de sessie-id waarmee het bericht wordt gepubliceerd. Voor wachtrijen op basis van sessies mislukt het publiceren als er geen waarde is opgegeven. Voor wachtrijen die niet op sessies zijn gebaseerd, hoeft geen waarde te worden opgegeven.
signPayload
-
het bericht ondertekenen
boolean
. Standaardwaarde: false
.
Als dit is ingesteld op true
, wordt er een privécertificaat aan het bericht toegevoegd.
certificateString
-
certificaatvariabele
string
. Vereist wanneer signPayload = true
.
Hiermee geeft u de geheime variabele die de certificaatinhoud bevat. Dit kan ook een certificaat zijn dat is opgeslagen in een Azure-sleutelkluis die is gekoppeld aan een variabelegroep die wordt gebruikt door de release-pijplijn.
signatureKey
-
sleutel van handtekeningeigenschapssleutel
string
. Facultatief. Gebruiken wanneer signPayload = true
. Standaardwaarde: signature
.
In Berichteigenschappen geeft u de sleutel op waar de handtekening zich bevindt. Als deze waarde leeg blijft, wordt de standaardwaarde signature
.
waitForCompletion
-
wachten op voltooiing van de taak
boolean
. Standaardwaarde: false
.
Als deze optie is ingesteld op true
, wacht deze taak op de gebeurtenis TaskCompleted voor de opgegeven time-out voor de taak.
useDataContractSerializer
-
.NET-gegevenscontractserialisatie gebruiken.
boolean
. Standaardwaarde: true
.
Stel useDataContractSerializer
in op false
als u uw bericht wilt doorgeven als een stroom in plaats van een object.
Opties voor taakbeheer
Alle taken hebben besturingsopties naast hun taakinvoer. Zie Opties en algemene taakeigenschappenvoor meer informatie.
Uitvoervariabelen
Geen.
Opmerkingen
Gebruik deze taak in een taak zonder agent van een release-pijplijn om een bericht te verzenden naar een Azure Service Bus met behulp van een serviceverbinding (zonder een agent).
Notitie
Kan alleen worden gebruikt in een taak zonder agent van een release-pijplijn.
Waar moet een taaksignaal worden voltooid?
Om de voltooiing te signaleren, moet de externe service POST-voltooiingsgegevens verzenden naar het volgende REST-eindpunt voor pijplijnen.
{planUri}/{projectId}/_apis/distributedtask/hubs/{hubName}/plans/{planId}/events?api-version=2.0-preview.1
**Request Body**
{ "name": "TaskCompleted", "taskId": "taskInstanceId", "jobId": "jobId", "result": "succeeded" }
Zie deze eenvoudige cmdlinetoepassing voor specifieke informatie.
Daarnaast is er een C#-helperbibliotheek beschikbaar om livelogboekregistratie in te schakelen en de taakstatus voor taken zonder agent te beheren. Meer informatie over Asynchrone TAKEN zonder HTTP-agent.
Vereisten
Voorwaarde | Beschrijving |
---|---|
Pijplijntypen | YAML, klassieke build, klassieke release |
Wordt uitgevoerd op | Serversysteem |
eisen | Geen |
mogelijkheden | Deze taak voldoet niet aan de vereisten voor volgende taken in de taak. |
opdrachtbeperkingen | Welk dan ook |
variabelen instellen | Welk dan ook |
Agentversie | Alle ondersteunde agentversies. |
Taakcategorie | Nutsvoorzieningen |